De uncialen van het unciaal zijn unciale letters.
  • un·ci·aal
  • afgeleid van het Latijnse uncia met het achtervoegsel -aal [1]
stellend
onverbogen unciaal
verbogen unciale

unciaal

  1. [van een letter of schrift] in de vorm van klassieke hoofdletters, maar daarvan onderscheiden door een afgeronde omtrek
    • Unciale letters waren bij uitstek geschikt om met een pen te schrijven. 
enkelvoud meervoud
naamwoord unciaal uncialen
verkleinwoord - -

het unciaalo

  1. een verzorgd majuskelschrift met een afgeronde omtrek dat van de derde tot de achtste eeuw in gebruik was
    • Dit is een handschrift in unciaal. 
enkelvoud meervoud
naamwoord unciaal uncialen
verkleinwoord unciaaltje unciaaltjes

de unciaalv

  1. een letter uit het unciaalschrift
    • De meeste uncialen hebben nog dezelfde vorm als de klassieke hoofdletters. 
19 % van de Nederlanders;
25 % van de Vlamingen.[2]