• uit·zon·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord uitzondering uitzonderingen
verkleinwoord uitzonderingetje uitzonderingetjes

de uitzonderingv

  1. een geval waarbij men iets niet onder een regel laat vallen
    • Hij maakte een uitzondering voor de zieke leerling die het proefwerk gemist had. 
    • Mevrouw Maillard had alle directeuren in haar hart gesloten, zonder uitzondering. [1] 
     Velen van ons zijn slaaf van onze schulden geworden en ik was hierop geen uitzondering.[2]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 16
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be