uitveteren
- Geluid: uitveteren (hulp, bestand)
- uit·ve·te·ren
uitveteren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitveteren |
veterde uit |
uitgeveterd |
zwak -d | volledig |
- (informeel) iemand uitschelden
- Het woord uitveteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.