uitslingeren
- uit·slin·ge·ren
- samenstelling van uit bw en slingeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitslingeren |
slingerde uit |
uitgeslingerd |
zwak -d | volledig |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitslingeren |
slingerde uit |
uitgeslingerd |
zwak -d | volledig |