uitslingeren
- uit·slin·ge·ren
- samenstelling van uit bw en slingeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitslingeren |
slingerde uit |
uitgeslingerd |
zwak -d | volledig |
uitslingeren [1]
- bij dynamische systemen: het reageren op een verstoring
- Het woord 'uitslingeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.