uitkristalliseren


  • uit·kris·tal·li·se·ren

uitkristalliseren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitkristalliseren
kristalliseerde uit
uitgekristalliseerd
zwak -d volledig
  1. (scheikunde) in kristallen neerslaan vanuit een oplossing
  2. (figuurlijk) een duidelijker definitieve vorm krijgen
    • Hoewel de plannen zich nog verder moeten uitkristalliseren wordt er op dit moment gedacht aan een complex van zo'n 12.000 vierkante meter. De kosten zijn voorlopig becijferd op een kleine twaalf miljoen euro. [2] 
    • PSV is een van de clubs die contact hebben gezocht met Pasveer, bevestigt zijn zaakwaarnemer Karel Jansen: ,,Dat is helder. PSV is een van de gegadigden. Ik heb een keer contact gehad met PSV. Ik wil er niet te diep op ingaan. Ik lees overal dat het rond is maar dat is nog lang niet het geval. Er zijn meerdere clubs geïnteresseerd. We zijn alles aan het uitkristalliseren. Het buitenland is zeker nog een optie.” [3]