uitbannen
- uit·ban·nen
- samenstelling van uit bw en bannen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitbannen |
bande uit |
uitgebannen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
uitbannen
- overgankelijk iets uitdrijven of wegjagen
- Wij hebben de duivel hier volledig uitgebannen.
1. iets uitdrijven of wegjagen
- Het woord uitbannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitbannen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be