uit de kas graaien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit de kas graai·en
Woordherkomst en -opbouw

verbinding van  uit, de, kas  en graaien

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uit de kas graaien
graaide uit de kas
uit de kas gegraaid
zwak -d volledig

Werkwoord

uit de kas graaien

  1. overgankelijk stiekem toe-eigenen van een deel van het geld dat een ander, bijvoorbeeld je werkgever, aan je toevertrouwt
     Het eerste wat zijn mededirecteuren doen is uit de kas graaien. Ze verschaffen voor €6 miljoen leningen aan zichzelf, waar ze luxegoederen mee kopen.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Arno Wellens
    “925 Bankiers Top50: #49 Angelos Filippidis” op 925.nl