graaien
- graai·en
- In de betekenis van ‘met de handen rondtasten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617 [1]
de graaien mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord graai
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
graaien |
graaide |
gegraaid |
zwak -d | volledig |
graaien
- inergatief met de handen ergens in rondtasten
- Grieken graaien in vuilnisbakken om aan eten te komen
- overgankelijk ~ uit stelen, wegpakken
- Logisch, als je weet dat het spul vers uit de vitrine is gegraaid.
- inergatief (economie) (bedrijfskunde) zich op oneerlijke of discutabele wijze verrijken bij de uitoefening van zijn functie
- Als we terugkijken wanneer het grote graaien is begonnen dan belanden we voor Nederland aan het eind van de jaren 90, in Amerika was er natuurlijk al veel eerder sprake van een uitgesproken graaicultuur
- het 'graaien' gaat dóór: Topman Air France KLM pakt €3 miljoen aan bonus terwijl de Franse Staat moest bijspringen en de tent technisch failliet is. [2]
- Het woord graaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graaien" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "graaien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ twitter.com (5 apr 2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be