ɨ. Een regelmatige twintighoek heeft twintig even lange zijden en twintig even grote hoeken.
  • twin·tig·hoek
enkelvoud meervoud
naamwoord twintighoek twintighoeken
verkleinwoord twintighoekje twintighoekjes

de twintighoekm

  1. (wiskunde) meetkundige figuur met twintig hoeken