twijfelloos

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  twijfelloos    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• twij·fel·loos

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van twijfel met het achtervoegsel -loos

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	twijfelloos	twijfellozer	twijfelloost
verbogen	twijfelloze	twijfellozere	twijfellooste
partitief	twijfelloos	twijfellozers	-

Bijvoeglijk naamwoord

twijfelloos

1. zonder twijfel

   • Er zijn in de wetenschap maar weinig twijfelloos waarheden. 

Synoniemen

• zeker, aarzelloos

Gangbaarheid

• Het woord twijfelloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.