• (IPA in voorbereiding)
  • twee·kleu·ri·ge eik
enkelvoud meervoud
naamwoord tweekleurige eik tweekleurige eiken
verkleinwoord tweekleurig eikje tweekleurige eikjes

de tweekleurige eikm

  1. (bloemplanten) Quercus bicolor   een boomsoort uit de napjesdragersfamilie. Zowel haar Nederlandstalige als haar botanische naam is gebaseerd op de verschillende kleuren die de onderzijde en bovenzijde van het blad hebben. De tweekleurige eik is inheems in het noorden van de Verenigde Staten, ten zuiden van de Grote Meren