tussendorpel
- tus·sen·dor·pel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tussendorpel | tussendorpels |
verkleinwoord | tussendorpeltje | tussendorpeltjes |
de tussendorpel m
- (bouwkunde) een horizontale balk tussen de verticale stijlen van een kozijn
- Boven de tussendorpel van de voordeur is een bovenlicht met ornament aangebracht.
- Het woord 'tussendorpel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.