tunnelen
- tun·ne·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tunnelen |
tunnelde |
getunneld |
zwak -d | volledig |
tunnelen
- inergatief (verkeer) gebruik maken van een tunnel
- door aanleg van een tunnel verbinden
- Als ook het omzetverlies van winkeliers en de overlast voor het verkeer worden meegenomen, dan zou, zeker in de binnenstad, tunnelen wel eens heel wat gunstiger uit de bus kunnen komen. [1]
- zich via een tunnel verplaatsen
- In Valkenburg kan men voortaan tunnelen [2]
- door aanleg van een tunnel verbinden
- overgankelijk (figuurlijk) (sport) (voetbal) de bal tussen de benen (van een tegenstander) door spelen[3]
- inergatief (natuurkunde) (van deeltjes in de kwantummechanica) zich ondanks een te lage energie verplaatsen voorbij een potentiaalbarrière
- Wat het Josephson-effect - of moet ik zeggen de Josephson-effecten - betreft (dat zijn alle effecten die te maken hebben met het tunnelen van een persisterende stroom door een dun laagje van een stof die in dikkere lagen niet supergeleidend is), wil ik Josephson zelf aan het woord laten: ‘Experimentele onderzoekingen gedurende de laatste paar jaar over het gedrag van tunnelende superstromen hebben geresulteerd in het constateren van de meeste eigenschappen die waren voorspeld, maar ook van andere die op het ogenblik van hun ontdekking onverwacht waren.’ [4]
- [2] poorten
- [3] tunneleffect
- Het woord tunnelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tunnelen" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Kasteren, J. vanBoren door de slappe grond. Als er een tunnel moet komen is boren duurder dan het openleggen vande straat. Maar boren geeft minder overlast en gederfde inkomsten (2 januari 1992) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-03-27
- ↑ Journalist"In Valkenburg kan men voortaan tunnelen" in: Limburgsch Dagblad jrg. 32 nr. 94 (22 april 1949); p. 2 kol. 4; geraadpleegd 2018-03-27
- ↑ Heuvelman, D."Apart op maandag" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 104 nr. 128 (3 juni 1991); p. 19 kol. 7; geraadpleegd 2018-03-27
- ↑ Casimir, H.B.G.Het toeval van de werkelijkheid. Een halve eeuw natuurkunde. 2e druk (1984) Meulenhoff Informatief, Amsterdam; p. 304/305; geraadpleegd 2018-03-27
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- tun·ne·len
Naar frequentie | 7169 |
---|
tunnelen
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van tunnel
- tun·ne·len
Naar frequentie | 4193 |
---|
tunnelen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van tunnel
- tun·ne·len
tunnelen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van tunnel