• tu·nel·len
Naar frequentie tunellen: 198986
tunnellen: 25291

tunellen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van tunel
  • tunnelen
  • (foutieve schrijfwijze) tunnellen


  • tu·nel·len

tunellen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van tunel
  • tunnelen
  • (foutieve schrijfwijze) tunnellen