Nederlands

 
tuinslak
Uitspraak
Woordafbreking
  • tuin·slak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinslak tuinslakken
verkleinwoord tuinslakje tuinslakjes

Zelfstandig naamwoord

de tuinslakv / m

  1. (buikpotigen) Cepaea nemoralis   uit de familie Helicidae
    • Deelnemers nemen het racen bloedserieus. De slakken worden maandenlang getraind. De diertjes krijgen snelle namen als 'Speedy', 'Ferrari' of 'Schumacher'. Alleen tuinslakken mogen meedoen, exotische reuzenslakken worden niet toegelaten. [2] 
    • Toen er vanuit Engeland en Spanje twee potentiële liefdeskandidaten in het leven van de eenzame tuinslak kwamen binnenglijden, leek het leven Jeremy weer toe te lachen. Maar het lot had andere plannen met de buikpotige. De ingevlogen twee, Lefty en Tomeu, bleken alleen maar oog voor elkaar te hebben en de arme Jeremy werd tot suikeroom van hun nageslacht gebombardeerd. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen