tronchudakool
- (IPA in voorbereiding)
- tron·chu·da·kool
- samenstelling van tronchuda en kool zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tronchudakool | tronchudakolen |
verkleinwoord | tronchudakooltje | tronchudakooltjes |
- (bloemplanten) Brassica oleracea var. costata een variëteit van kool die oorspronkelijk in Portugal werd gekweekt. Deze koolvariëteit heeft dikke, groene bladeren met dikke, vlezige, witte bladnerven (Latijn: costata, 'geribd') die op een korte, dikke stronk staan
- kool, kruisbloemenfamilie, zaadplanten, malviden, rosiden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten
- Het woord 'tronchudakool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] tronchudakool op Wikidata