• trits
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘drietal’ voor het eerst aangetroffen in 1634 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord trits tritsen
verkleinwoord tritsje tritsjes

de tritsv / m [3]

  1. drie zaken die bij elkaar horen
  2. een groter aantal zaken die bij elkaar horen, een serie
    • En de vermoorde Laura Palmer sprak Cooper in een van de eindeloze droomsequenties van de laatste aflevering als volgt toe: we zien elkaar terug over 25 jaar.’ Ze heeft nog woord gehouden ook, en actrice Sheryl Lee, die Laura speelt, is wel degelijk 25 jaar ouder geworden. Net als Kyle Maclachlan (Cooper) en een trits andere acteurs die weer meedoen. [4] 
    • "Ik wens dat de tijd even stil staat. Voor een heel lang moment", aldus Madonna bij een trits emoticons van hartjes en klokjes. De 59-jarige Amerikaanse zangeres komt met een uitgebreid compilatiefilmpje, dat begint met een foto van een lachende Lourdes die haar mobiele telefoon vasthoudt.[5] 
    • Is minister Schouten de vrouw die iets gaat doen aan de intensieve (pluim)veehouderij? Het lijkt er niet op. Dit kabinet wil vooral een enorme trits aan onderzoeken doen naar de risico's van de hoge concentratie dieren in Nederlandse bedrijven. Die onderzoeken gaan enkele jaren (een kabinetstermijn) kosten.[6] 
65 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[7]