torus
- to·rus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | torus | torussen tori |
verkleinwoord | torusje | torusjes |
de torus m
- (wiskunde) een driedimensionaal ringvormig oppervlak, lijkend op een opgeblazen luchtband
1.
- Het woord torus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "torus" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be