Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • top·schut·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord topschutter topschutters
verkleinwoord topschuttertje topschuttertjes

Zelfstandig naamwoord

de topschutterm

  1. (sport) sporter die veel doelpunten maakt
     Het was het duel tussen de ploeg met de beste aanval van de Bundesliga (Bayern) en de ploeg met de minst gepasseerde defensie (Leipzig). Bayern moest het echter wel doen zonder de geblesseerde topschutter Robert Lewandowski. Bij Leipzig stond Dayot Upamecano in de defensie. De jonge Franse verdediger speelt volgend seizoen in de kleuren van Bayern.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Bayern München slaat aanval RB Leipzig af en neemt voorschot op Duitse titel” (Zaterdag 3 april 2021, 20:35), NOS