toonregelaar
- toon·re·ge·laar
- samenstelling van toon en regelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toonregelaar | toonregelaars |
verkleinwoord | toonregelaartje | toonregelaartjes |
de toonregelaar m
- (muziek) (elektronica) een audioapparaat dat een of meerdere frequentiegebieden (banden) van het signaal versterkt of verzwakt, opdat de balans tussen de banden, en dus de klankkleur, naar wens kan worden aangepast
- Het woord 'toonregelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.