• to·ni·um
  • samenstellende afleiding van Oudgrieks τόνος (tónos) "wat uitrekt" met het achtervoegsel -ium dus: "tijdperk van uitrekking", wat slaat op het supercontinent Rodinia dat uiteindelijk uit elkaar viel; naam voorgesteld door een subcommissie van de IUGS in 1988[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tonium -
verkleinwoord - -

het toniumo

  1. (geologie) geologisch tijdperk met het oudste supercontinent, eerste periode van het neoproterozoïcum, van 1000 tot 720 miljoen jaar geleden
  • Vóór 2006 was de spelling Tonium. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.