• toe·wij·zing
enkelvoud meervoud
naamwoord toewijzing toewijzingen
verkleinwoord toewijzinkje toewijzinkjes

de toewijzingv

  1. uitsluitende toekenning
     „Kinderen hebben wettelijk het recht op te groeien met hun eigen ouders, dus wij zullen onderzoeken of dat mogelijk is.” Na drie maanden zal de Raad aan de rechter een advies uitbrengen. Dan kan of hereniging plaatsvinden, of toewijzing aan iemand in de directe omgeving, of toewijzing aan een „neutrale” voogd.[2]
  2. (juridisch) rechterlijke uitspraak waarbij de eiser gelijk krijgt
     Volgens de wrakingskamer is dat enkele feit onvoldoende voor toewijzing van het wrakingsverzoek.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Andreas Kouwenhoven e.a.
    “Terugkeer IS-vrouwen zet kabinet klem” (21 november 2019) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Steven Musch
    “Wrakingsverzoek afgewezen in Krimgoud-zaak” (1 november 2019) op nrc.nl