• toe·spre·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toespreken
sprak toe
toegesproken
klasse 4 volledig

toespreken

  1. het woord tot een bepaald iemand of een bepaalde groep richten
    • Hij sprak het bruidspaar toe op de bruiloft. 
    • De docent sprak de leerlingen vermanend toe over de slechte resultaten bij het laatste proefwerk. 
     Ook sprak ik mezelf af en toe streng toe en schold mezelf uit als ik weer eens een inschattingsfout had gemaakt.[1]
     Abe werd doodgeschoten toen hij vrijdag in de stad Nara kiezers toesprak namens regeringspartij LDP, in de aanloop naar de senaatsverkiezingen van zondag. Yamagami heeft bekend en volgens Kyodo ook toegegeven dat hij meerdere plekken had bezocht waar Abe verkiezingstoespraken hield.[2]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron “Verdachte van moord op oud-premier Abe had eerst ander doelwit” (09 juli 2022), NU.nl
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be