• toe·pas·baar·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord toepasbaarheid toepasbaarheden
verkleinwoord

de toepasbaarheidv

  1. de mate waarin iets praktisch te gebruiken is
     De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen onderzoeken op dit moment of het mogelijk is om veterinaire geneesmiddelen in te zetten en of dit voldoende veilig kan. Veterinaire geneesmiddelen worden volgens dezelfde kwaliteitsstandaarden gemaakt als geneesmiddelen voor humane toepassing. Omdat ze mogelijk een andere sterkte en toedieningsvorm hebben onderzoeken we de toepasbaarheid bij mensen.[2]
     De OPEC en Noorwegen, dat ook veel olie exporteert, vinden dat het rapport positiever moet schrijven over de mogelijkheden om CO2 ondergronds op te slaan. In de eerste versie wordt die techniek genoemd, maar de schrijvers merken meteen op dat er nog onzekerheden zijn over de toepasbaarheid ervan.[3]
  2. iets dat praktisch te gebruiken is


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Diergeneesmiddel mogelijk oplossing voor tekort slaapmiddel covid-19-patiënten” (30-03-2020), NOS
  3.   Weblink bron “Druk op klimaatrapport: Australië voor kolen, Brazilië tegen flexitariërs” (21-10-2021), NOS