uitvoerbaarheid
- uit·voer·baar·heid
- afgeleid van uitvoerbaar met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitvoerbaarheid | uitvoerbaarheden |
verkleinwoord | - | - |
de uitvoerbaarheid v
- het uitvoerbaar zijn
- Het woord uitvoerbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.