toepaja
- toe·pa·ja
- van Indonesisch tupai "eekhoorn, toepaja"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toepaja | toepaja's |
verkleinwoord | - | - |
de toepaja m
- (dierkunde) benaming voor zoogdieren uit de orde Scandentia , die in tropische bossen leven en insecten eten
- ▸ De Duitse onderzoekers benadrukken dat de toepaja zo interessant is omdat het dier verwant is aan de primaten.[1]
- zie de categorie: Toepaja's in het Nederlands
- [1] Belangers toepaja, bergtoepaja, elliottoepaja, Filipijnse toepaja, gestreepte toepaja, getekende toepaja, gewone toepaja, Javaanse toepaja, kleine toepaja, langvoettoepaja, nicobarentoepaja, palawantoepaja, roodstaarttoepaja, slanke toepaja, vederstaarttoepaja
- Het woord toepaja staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Hester van Santen“Vederstaarttoepaja is elke dag dronken” (31 juli 2008) op nrc.nl