Nederlands

 
gewone toepaja (Tupaia glis)
Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·pa·ja's
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de toepaja'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toepaja
     Zelf is ze bij de vereniging betrokken geraakt door het houden van toepaja's, een soort eekhoorns.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een orde Scandentia   van insectenetende zoogdieren bestaande uit één familie (Tupaiidae  ) en 19 soorten, die voorkomen in de tropische bossen van Zuidoost-Azië  . Deze groep werd vroeger wel als onderdeel van de insecteneters of de primaten gezien
     Genoomanalyse had al duidelijk gemaakt dat toepaja’s en lemuren de dichtste levende verwanten van primaten zijn.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Oudste bekende primaat niet groter dan muis” (6 juni 2013) op eoswetenschap.eu