toepaja's
- toe·pa·ja's
- toepaja met uitgang -s
de toepaja's mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord toepaja
- ▸ Zelf is ze bij de vereniging betrokken geraakt door het houden van toepaja's, een soort eekhoorns.[1]
- meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een orde Scandentia van insectenetende zoogdieren bestaande uit één familie (Tupaiidae ) en 19 soorten, die voorkomen in de tropische bossen van Zuidoost-Azië . Deze groep werd vroeger wel als onderdeel van de insecteneters of de primaten gezien
- ▸ Genoomanalyse had al duidelijk gemaakt dat toepaja’s en lemuren de dichtste levende verwanten van primaten zijn.[2]
- [2] zie de categorie: Toepaja's in het Nederlands
- [2] echte toepaja's
- Het woord toepaja's staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Marcel Haenen“De buidelratrace : Trends en taboes in de verkoop van buitenissige gezelschapsdieren” (30 juli 1994) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Oudste bekende primaat niet groter dan muis” (6 juni 2013) op eoswetenschap.eu