toenemen
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
toenemen | toenemend |
toename | toegenomen |
- toe·ne·men
- samenstelling van toe bw en nemen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toenemen /'tu.ne.mə(n)/ |
nam toe /nɑm 'tu/ |
toegenomen /'tu.ɣə.no.mə(n)/ |
klasse 4 | volledig |
toenemen
- ergatief groter worden in getal of maat
- De bevolking van de aarde is flink toegenomen.
1. groter worden in getal of maat
- Het woord toenemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toenemen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be