• toe·ne·mend
vervoeging van: toenemen
verbogen vorm: toenemende

toenemend

  1. onvoltooid deelwoord van toenemen
  2. bijwoordelijk gebruikt
    • Het onderwerp staat toenemend in de belangstelling. 
  3. attributief gebruikt
    • Het dagelijks in omvang toenemend geweld maakte alle inwoners benauwd. 
stellend
onverbogen toenemend
verbogen toenemende
partitief toenemends

toenemend

  1. in omvang of getal groter wordend
    • De toenemende welvaart gaat gepaard met een toenemende vraag naar energie. 
    • De stad is toneel van toenemend geweld. 
     In onze tijd bestaat er een toenemende belangstelling, zowel voor de folklore als voor de achtergrond en de inhoud van de feesten. Temeer als die beleefd kunnen worden door het hele gezin en de hele groep, jong of oud.[1]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat  , p. 7
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be