toendra
- toen·dra
- Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘mossteppe’ voor het eerst aangetroffen in 1856 [1]
- >Russisch: тундра
- >Kildin-Samisch: tū̄ndra ("boomloze steppe")
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toendra | toendra's |
verkleinwoord | toendraatje | toendraatjes |
de toendra v
- grote moerassige en boomloze vlakte in de noordelijke poolstreken
- ▸ Een van hen liep in de kou over de Russische toendra, zoals zo veel soldaten zowel voor als na hem deden, zowel Zweden als Duitsers.[2]
- toendra-ecologie, toendradier, toendragebied, toendrakariboe, toendraklimaat, toendraplant, toendrarietgans, toendratijd, toendrawolf, toendrazomer, toendrazwaan
1. grote moerassige en boomloze vlakte in de noordelijke poolstreken
- Het woord toendra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toendra" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "toendra" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be