tjompen
- tjom·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tjompen |
tjompte |
getjompt |
zwak -t | volledig |
tjompen
- ergatief met een sprong naar een andere plaats gaan
- overgankelijk (straattaal) in water of modder laten ondergaan
- Het woord 'tjompen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Branding.” (1941), De Arbeiderspers, Amsterdam, p. 257
- ↑ Weblink bron Leon Gommers“Het uurwerk van Floor.”, 2e druk (1997), De Bezige Bij, Amsterdam, p. 72
- ↑ Weblink bron “De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel.”, 6e druk (1925), Scheltens & Giltay, Amsterdam, p. 418