titelpagina
  • ti·tel·pa·gi·na
enkelvoud meervoud
naamwoord titelpagina titelpagina's
verkleinwoord

de titelpaginav / m

  1. de bladzijde van een boek waarop de titel van het boek staat en vaak ook de schrijver, de uitgever en de datum van publicatie
    • Op de titelpagina van Het boek komt een zwerm vogels aangevlogen. Het zouden spreeuwen kunnen zijn, maar op de volgende prent blijken het boeken. En boek landt in de poten van een olifantje, dat meteen begint te lezen. [2] 
    • Heel trots is Emily op een originele kopie van de 'first folio', het boek met alle toneelstukken van Shakespeare dat in 1623 werd samengesteld door twee van zijn vrienden. ,,Omdat zij erbij betrokken zijn, nemen we aan dat de afbeelding op de titelpagina echt op hem lijkt. De kalende man met golvend haar en een snor, zoals iedereen hem kent, is gebaseerd op deze tekening en op het beeld dat bij zijn graf staat.[3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 24 NOVEMBER 2017
  3. Tubantia Anne Bonthuis 10-JANUARI-2017