• tijd·sche·ma
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdschema tijdschema's
verkleinwoord

het tijdschemao

  1. grafische voorstelling waarop staat wanneer bepaalde zaken beginnen en eindigen in een complexe handeling
    • In het tijdschema van het filmfestival kun je lezen wanneer je welke film kunt gaan bekijken. 
    • Op crowdfundingplatform Kickstarter is nu de ‘Slide’ populair. Twee Nederlandse ondernemers - Kaj Beetstra and Thijs Olthof - hebben een apparaatje bedacht dat je aan je gordijnrails hangt. Met een app kun je daarmee van een afstand je gordijnen automatisch openen of sluiten. Je kunt zelfs een tijdschema instellen voor je voorkeuren: dus bijvoorbeeld elke ochtend om vier uur die gordijnen openen. Het apparaatje kent nog meer trucjes: een ‘vakantiemodus’ die willekeurig je gordijnen heen en weer schuift, om inbrekers het idee te geven dat je gewoon thuis bent. Of de mogelijkheid om te communiceren met alle andere smart apparaten in je huis, zoals de ‘movie-modus’, waarmee de gordijnen dichtgaan en de lampen gedimd worden. [2]