tijdrijden
- Geluid: tijdrijden (hulp, bestand)
- tijd·rij·den
- samenstelling van tijd en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tijdrijden |
||
onvolledig |
tijdrijden
- (sport) het rijden van een tijdrit verwant aan hardrijden
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord tijdrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.