thuisbezorgen
- Geluid: thuisbezorgen (hulp, bestand)
- IPA: /tœysbəzɔrɣə(n)/
- thuis·be·zor·gen
- samenstelling van thuis en bezorgen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
thuisbezorgen |
bezorgde thuis |
thuisbezorgd |
zwak -d | volledig |
thuisbezorgen
- ditransitief afleveren aan huis
- Pizza's worden vaak thuisbezorgd.
1. afleveren aan huis
- Het woord thuisbezorgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.