theepauze
- thee·pau·ze
- samenstelling van thee zn en pauze zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theepauze | theepauzes theepauzen |
verkleinwoord |
- pauze om thee te drinken, pauze rond een uur of drie 's-middags, pauze in een voetbal wedstrijd
- Tussenrapport bij de theepauze voor le grand débutant: hard gewerkt, een paar kansen maar net niet. Typisch Lukaku, rolde er over de kwatongen.[1]
- De kijkcijfers van het Songfestival kenden een aantal piekmomenten. Het optreden van OG3NE zorgde voor een forse stijging, maar ook het rustsignaal bij de Europa League-wedstrijd tussen Olympique Lyon en Ajax zorgden voor veel nieuwe kijkers. Rond de 900.000 Nederlanders besloten tijdens de theepauze van de voetbalwedstrijd naar het Songfestival te kijken.[2]
- In die jaren vroeg tijdens een theepauze de Oude Heer eens aan de Vluchteling: 'Wat wil je later worden?'De Vluchteling was daar nog helemaal niet mee bezig. Hij was als puberende jongeman al blij als hij elke dag overleefde in de chaotische maalstroom van nieuwe impressies en leermomenten.[3]
- Het woord theepauze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.