tetrode
- tet·ro·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tetrode | tetroden tetrodes |
verkleinwoord | tetrodetje | tetrodetjes |
de tetrode v
- (elektrotechniek) radiobuis met vier elementen (kathode, anode, 2 roosters)
- Het woord 'tetrode' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.