• te·rug·ve·ren

terugveren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugveren
veerde terug
teruggeveerd
zwak -d volledig
  1. naar de oorspronkelijke positie terugkeren na ingedrukt of uitgerekt te zijn
    • Ze ontdekten ook dat de regionale verschillen in zeespiegelstijging te maken hebben met de rijzende aardkorst. Tijdens de laatste ijstijd, zo'n 20.000 jaar geleden, heeft het ijs de aardkorst naar beneden gedrukt. De korst onder IJsland, Canada en Scandinavië is daarvan nog steeds aan het terugveren en daarmee stijgt het zeeniveau. De ene locatie heeft daar meer last van dan de andere. [1] 
    • De bovenkant moet nog licht terugveren als je er voorzichtig op duwt. [2] 
    • De effectenbeurzen in New York stevenen woensdag af op een hogere opening. De markt zal waarschijnlijk terugveren na twee opeenvolgende dagen van verliezen. [3] 
  1. Tubantia 15 april 2011 Nederland slecht af na smelten ijs Zuidpool
  2. Tubantia A. van Hooijdonk 11 februari 2018 Zo wordt taart bakken een piece of cake
  3. Het Parool 9 december 2009 wall-street-opent-hoger