veren
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
veren | verend |
vering | geveerd |
- ve·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
veren |
veerde |
geveerd |
zwak -d | volledig |
veren
- absoluut schokken opvangen
- Mijn voorvork veerde op een gegeven moment niet meer, die moet dus op wat kortere termijn vervangen worden.
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen |
veren
- met veren (lichaamsbedekking van een vogel) vervaardigd
de veren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord veer
- Het woord veren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
veren