Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·ge·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
teruggeven
gaf terug
teruggegeven
klasse 5 volledig

Werkwoord

teruggeven

  1. overgankelijk weer aan de oorspronkelijke eigenaar overhandigen
    • Hij heeft vanmorgen de geleende zaag weer teruggegeven. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be