tentamen
- ten·ta·men
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘(voor)examen’ voor het eerst aangetroffen in 1654 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentamen | tentamens tentamina |
verkleinwoord | tentamentje | tentamentjes |
het tentamen o
- het toetsen van kennis opgedaan bij één vak
- Bij dat tentamen heeft hij best goed gescoord.
- tentamenbewijs, tentamenbriefje, tentamengeeltje, tentamenopdracht, tentamenstof, tentamenzaal, tentamenzitting, tentamineren
1. het toetsen van kennis opgedaan bij één vak
- Het woord tentamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tentamen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tentamen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tentamen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be