tentamengeeltje
- ten·ta·men·geel·tje
- samenstelling van tentamen en geeltje [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentamengeeltje | tentamengeeltjes |
verkleinwoord | - | - |
het tentamengeeltje o
- 25 gulden (een geeltje) dat men moet betalen als men zich later dan normaal wil inschrijven voor een tentamen
- Het woord 'tentamengeeltje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.