tegenbezoek
- Geluid: tegenbezoek (hulp, bestand)
- te·gen·be·zoek
- samenstelling van tegen bw en bezoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegenbezoek | tegenbezoeken |
verkleinwoord | tegenbezoekje | tegenbezoekjes |
het tegenbezoek o
- een bezoek ter beantwoording van een ander bezoek
1. een bezoek ter beantwoording van een ander bezoek
- Het woord tegenbezoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.