teenkootje
- Geluid: teenkootje (hulp, bestand)
- teen·koot·je
- samenstelling van teen en kootje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | teenkootje | teenkootjes |
het teenkootje o dim. tant.
- (anatomie) elk van de botjes in de teen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord teenkootje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.