Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tech·niek·pact
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord techniekpact techniekpacten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het techniekpacto

  1. (onderwijs) (economie) (regering) gezamenlijk plan van scholen, bedrijven en overheden dat meer en beter opgeleide technici moet opleveren
     Er wordt ingezet op vier thema’s (instroom, lerarentekort en -professionalisering, publiek privaat samenwerken en leven lang ontwikkelen) met landelijke afspraken en techniekpacten en acties in regio’s.[1]
     Een jaar nadat werkgevers, werknemers en onderwijsorganisaties het techniekpact sloten met regionale overheden en het kabinet „om meer slimme en vakbekwame technici te behouden en op te leiden”, komt de boel volgens Kamp goed op stoom.[2]
Opmerkingen
  • Deze plannen worden in Nederland sinds het Nationaal Techniekpact 2020 [3] uit 2013 zowel landelijk als regionaal afgesproken. De naam van een specifiek techniekpact wordt met een hoofdletter geschreven, vaak aangevuld met een aanduiding van het gebied of periode waarvoor het bedoeld is.

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Het Techniekpact” op techniekpact.nl
  2.   Weblink bron “Bedrijven investeren 140 miljoen in technisch onderwijs” (19 mei 2014) op nu.nl  
  3.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Nationaal Techniekpact 2020” (13 mei 2012) op rijksoverheid.nl