talles
- tal·les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | talles | talleisem talleises |
verkleinwoord |
het talles o
- (Jiddisch-Hebreeuws) gebedskleed, vierkante doek die om de schouder wordt geslagen met aan elke hoek een kwast (tsietsiet)
- Hebreeuws: talliet
- Het woord 'talles' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
vervoeging van |
---|
tallar |
talles
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tallar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tallar
vervoeging van |
---|
tallarse |
talles