tafelschel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tafelschel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ta·fel·schel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tafelschel | tafelschellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (verouderd) (huishouden) een bel waarmee men het personeel kon laten weten dat men ze nodig had aan tafel
Synoniemen
Vertalingen
1. een bel waarmee men het personeel kon laten weten dat men ze nodig had aan tafel
Gangbaarheid
- Het woord tafelschel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.