Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sys·to·lisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen systolisch systolischer
verbogen systolische systolischere
partitief systolisch systolischers -

Bijvoeglijk naamwoord

systolisch

  1. (medisch) met betrekking tot de samentrekking van de hartkamers (systole)
Vertalingen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be