systole
- sys·to·le
- van het Griekse 'sustolè' (samentrekking) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | systole | systolen |
verkleinwoord | systoletje | systoletjes |
- (medisch) samentrekking van de spierwand van het hart
- dichterlijke vrijheid die bestaat in het als kort gebruiken van een lange lettergreep
- [1] diastole
- Het woord systole staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "systole" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ systole op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be