suïcidaal
- su·ï·ci·daal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | suïcidaal | suïcidaler | suïcidaalst |
verbogen | suïcidale | suïcidalere | suïcidaalste |
partitief | suïcidaals | suïcidalers | - |
suïcidaal [1]
- geneigd zijn om zelfmoord te plegen
- Zijn beroemde boek over zelfmoordenaars in de literatuur is in een nieuwe editie meer dan verdubbeld in omvang. Brouwers las er al het werk van de suïcidale auteurs op na. ‘Psychiaters zouden mijn boek moeten lezen’, zegt hij tijdens een interview bij hem thuis. [2]
- Het woord suïcidaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "suïcidaal" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Michel Krielaars 17 maart 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be